DE BUURVROUW
‘Hey.’ Ik glimlach als mijn buurvrouw de voordeur open doet. Haar blonde haren zitten in de war en ze heeft bloem op haar gezicht. Ze draagt een witte keukenschort voor kinderen met roze flamingo’s op. Zelfs zo ziet ze er sexy uit.
‘Kom binnen.’ Ze wacht niet op een antwoord en loopt meteen in de richting van de keuken. Ik schud met mijn hoofd als ik naar binnen stap en de zware eiken voordeur achter me dicht trek.
‘Ik kwam gewoon die eieren brengen’, zeg ik als ik bij haar aan het aanrecht sta. Ze is alweer in de weer met een garde en bloem en melk. Het stof dwarrelt in het rond. Ik toon haar de doos met tien eieren die ik mee heb gebracht. ‘Hoeveel had je er nodig?’
Ze kijkt niet op, mompelt iets dat ik niet helemaal begrijp, maar ik vermoed dat ze wil zeggen dat ik de doos gewoon maar ergens moet neerzetten. Het hele aanrecht ligt vol. Lege pakken melk, aangebroken stukken chocolade, halfvolle zakken zelfrijzende bloem, suiker, gebroken eierschalen, boter… Het is een zootje. Ik besluit om de doos met eieren op de keukentafel te zetten.
‘Alles onder controle?’ vraag ik terwijl ik haar met een bedenkelijke blik aankijk. Opnieuw mompelt ze iets dat ik niet begrijp terwijl ze verwoed blijft kloppen met de garde. Ik haal diep adem. ‘Ik help je wel even.’ Ik verzamel de lege pakken melk en loop ermee naar de PMD-zak in de berging. De kapotte eierschalen doe ik in het compostbakje onder het aanrecht. Daarna vul ik de afwasbak met warm water en doe er een scheutje afwasmiddel bij. Terwijl ik de chocolade, de suiker, de boter en de bloem wat overzichtelijker neer zet, wrijf ik met een vochtige vaatdoek het aanrecht schoon. De buurvrouw lijkt niet eens te beseffen wat ik aan het doen ben.
Ik weet in ieder geval wel wat zíj aan het doen is. En ik weet ook dat ik haar dat enige tijd geleden afgeraden heb. Wellicht beseft ze ondertussen zelf ook dat honderd cupcakes bakken voor het eerste verjaardagsfeestje van je zoontje geen zo’n goed idee is als je geen ervaring hebt met bakken. Om van het versieren dan nog te zwijgen… Maar dat zijn zorgen voor later.
‘Is de oven al aan het opwarmen?’ Ze schudt met haar hoofd. De losgekomen plukken haar dansen rond haar hoofd. ‘Staan je vormpjes klaar?’ Opnieuw dansende haren.
‘Oké dannn…’ Ik bijt op mijn lip om niet al te hard te staan glimlachen terwijl ik de oven aan zet en in de keukenkasten op zoek ga naar de papieren vormpjes. Een tijdlang werken we samen in stilte verder. Pas dan valt het me op dat het eigenlijk veel te stil is in het huis van de buurvrouw. Geen hond die heel de tijd voor de voeten loopt, geen nieuwsgierig rondkruipende baby… en ook geen man. Het lijkt alsof ze de vraag die ik enkel in mijn hoofd heb gesteld toch heeft gehoord, want ze antwoordt. ‘Ze zijn gaan wandelen.’
Leave a Reply